Het grote nieuws waar niemand weet van had. Er stond voortaan een glasbak naast het hok met vuilnisbakken.
Een hele vooruitgang, ware het niet dat de glasbak op een vrijwel onopmerkelijke locatie was neergezet, waardoor nietsvermoedende bewoners simpelweg hun lege flessen op de grond zetten, daar waar vroeger de gele-glascontainers stonden.
Dit natuurlijk tot ergernis van enkele buurtbewoners.
“Ik vraag me af hoe lang het zal duren totdat ik iets hierover op de facebookgroep voorbij zie komen.”, dacht ik bij mezelf.
En ja hoor, ik was nog niet thuis van de boodschappen bij de Żabka, of mijn telefoon rinkelde. Een nieuwe post.
Een foto van alle flessen die op de grond stonden, met een groot kruis erdoorheen. Gevolgd door een foto van de glasbak, pronkend in al haar glorie, voorzien van een grote groene vink.
Nu had ik spontaan zin om mijn glas in de glasbak te gooien.
Mijn broer was reeds op bezoek geweest, dus er waren zat flesjes Warka donker en Warka radler om vanaf te komen.
Eenmaal bij de glasbak nam ik haar eens goed onder de loep, een grote groene bak, zoals ik ‘m in het Koninkrijk der Nederlanden ook al gewend was.
Maar deze had een veel grotere opening dan in Schaijk destijds.
Nu gooide ik het eerste flesje erin, hij spatte hard uit elkaar, aangezien de bodem nog nagenoeg leeg was.
“Dit is leuk.”, dacht ik bij mezelf, terwijl ik een stapje naar achteren zette.
Elke keer als ik gooide, zette ik nu een stapje naar achteren, totdat ik op een afstand van misschien wel zes meter heb moeten staan.
Vanuit mijn ooghoeken zag ik de buurvrouw al staan, wachtend totdat ik in de fout zou gaan.
Ik keek in de vuilniszak, nog drie flesjes te gaan. Dat moet te doen zijn.
Maar toen ik eenmaal vooruit keek, zag ik dat de uitdaging toch groter was dan ik had verwacht.
“Nu niet stoppen.”, klonk de stem in mijn hoofd.
Ik pakte het radlerflesje, zwaaide eens goed naar achter en gooide het richting de grote opening van de glasbak. Mis. Het flesje spatte kapot op de grond.
Nu kwam de buurvrouw meteen aangesneld.
“Kappen daarmee, of wilt u soms dat ik Elf Stunden bel?”
“Nee, doe maar niet, alles behalve dat. Ik haal wel een bezem”, zei ik tot slot.