Een veelgebruikte term om iedereen die iets nieuws wil leren, vooral aan te moedigen niet met zijn twijfel te blijven zitten.
Overtuigd sprak ik dezelfde stimulerende woorden richting mijn Poolse leerlingen, toen ik ze het fenomeen Oranjekoorts net had uitgelegd.
Ze snapten het niet zo goed, het ging aan ze voorbij.
Stel je als buitenstaander maar eens voor dat er de gehele zomer een virus heerst dat de ene laag van de bevolking leidt tot een maandenlange manie, en de ander stort in een net zo lange depressie. Ondoenbaar.
“Afijn, wellicht dat ze er klaar voor zijn bij het volgende grote toernooi.” dacht ik bij mezelf, terwijl ik richting de bakker liep.
Bij binnenkomst keek ik mijn ogen uit toen ik alle 25 verschillende soorten brood zag liggen.
“Wat is dat voor brood?” vroeg ik, terwijl ik wees naar een mooie, lichtbruine variant.
“Zigeunersbrood (chleb cygański).” zei de bakkerin.
“Krijg je daar geen gedoe mee, met zo’n benaming?” vroeg ik toen.
“Dat is een gekke vraag.” antwoordde ze.
Ik haalde mijn schouders op, en stopte het brood in mijn rugzak.
Vervolgens liep ik naar huis, mijn buurman was zijn auto aan het wassen.
“Zal ik die van mij er effe langs zetten?” vroeg ik.
“Waarom dan?” antwoordde hij.
Ik haalde mijn schouders op, en zei “laat maar”.
Eenmaal thuis met mijn bord goulash voor me, en een paar sneetjes zigeunersbrood erbij, besloot ik de Volkskrant open te slaan.
Toen ik de kop ‘De inflatie loopt op, worden de boodschappen nu duurder?’ las, drong het besef tot mij door.
“Domme vragen, bestaan wél.”